Sommige mensen noemen mij nog steeds Hammie

Interview door Ineke Verweij / 17-11-2008

Wie al lang in het postcodegebied 1018 woont, zal Henk Duyts (76) misschien nog kennen van het Gelderse Hammenhuis aan de Wittenburgergracht 119 waar hij ruim twintig jaar gewerkt heeft. Anno 2007 woont Henk nog altijd in hetzelfde huis. “Ik moet er niet aan denken hier weg te gaan.”

Henk, je bent in 1964 op Wittenburg komen wonen en werken, wat dreef je hier naar toe?  “Ik wilde graag voor mijzelf beginnen. Toen ik mijn zaak kocht, was hij helemaal verwaarloosd. Het  heeft mij wel moeite gekost om er een betere winkel van te maken. In eerste instantie verkocht ik alleen vleeswaren: echte gepekelde achterham, rosbief en fricandeau, die ik zelf braadde. Later ben ik ook allerlei kazen, blikjes goede zalm en sardines gaan verkopen. In het begin had ik het wel moeilijk. Ik was wat duur voor de buurt. Er woonden in die tijd vooral eenvoudige mensen. Alleen als ze wat extra geld hadden, of wat bijzonders, kwamen ze in mijn winkel:  ‘Hammie, me schoonzus is op visite en dat wijf mot kaneel in d’r peertjes, heppie dat?’”

Hammie?“Ja we hadden allemaal bijnamen voor elkaar: ‘Kleintje Pils’, ‘Tieten op Tafel’, ‘Mona Toetje’, ‘Doris Day’ –zij was lelijker dan lelijk –, ‘Tante Ka’, ‘Heilige Lena’... sommige oudere bewoners noemen mij nog steeds Hammie”.

Wanneer ik jou zo hoor praten, lijkt het wel over een heel andere buurt te gaan. Is het zo veranderd?“Wat dacht je! Allereerst waren er veel meer winkeltjes: vijf melkboeren,  twee slagers, Jantje Patat, ‘de kleine Bijenkorf’, een slijterij, twee schoenmakers... Verderop de gracht was een echte grutter, en er waren allerlei cafeetjes, want er werd behoorlijk gedronken. Hierachter was een nonnenklooster gevestigd. En in de St. Annakerk waren er ’s zondags drie kerkdiensten, en daarna meteen de kroeg in, zo ging dat.  De St.Annakerk was geen mooie kerk, het is geen gemis dat die is afgebroken en  de Oosterkerk heeft trouwens ook veel geld gekost, alleen al door die lieve jeugd die aldoor de ruiten ingooide.Er was ook armoe hoor, vergis je niet! Vooral op Kattenburg, Wittenburg werd wel ‘het fluwelen stuk’ genoemd, maar ook hier had men het doorgaans niet breed. Mensen kochten vaak op de pof, maar dat heb ik in mijn zaak nooit toegestaan.” Het is dus heel anders geworden. Vind je het leuker geworden? “Er is een ander soort mensen komen wonen. Er zijn nu koopwoningen, en een stukje verderop wonen zelfs miljonairs. Vroeger had je heel veel halve woninkjes waar men met hele gezinnen woonde, maar de stoepjes werden wel geschrobd en gedweild en de gangen geboend. De mensen hadden meer contact met elkaar; het was gezelliger” “Verderop de gracht was ook een schoolgebouw dat later verbouwd werd tot danstheater. Boven de bar, waar de dansers hun rek- en strekoefeningen deden, hing een bordje met de tekst ‘Gelieve niet de ballen van Hammie te eten’. Ik maakte namelijk zelf gehaktballen en deed daar flink wat knoflook in! ...Ja, ik wil maar zeggen. Men kende elkaar; je was ‘eigen’ met de mensen. Dat is verdwenen.”

Je bent in 1984 gestopt met je winkel?“Ja, toen werden deze panden gerenoveerd en ben ik uitgekocht. Ik heb drie jaar op een wisselwoning gezeten in Zuid, maar wilde graag terug naar de Eilanden. Ik ben erg gehecht geraakt aan mijn woning en vind het prettig wonen hier. Ook al ben ik lichamelijk niet meer in goede conditie, ik moet er toch niet aan denken weg te gaan; ik heb teveel meegemaakt met al die kleurrijke mensen.”

Deel deze pagina: