De mooiste straat van Europa?

Jeanne Weenink / 09-03-2008

Mijn naam is Jeanne Weenink. Ik ben in 1960 vanuit Vorsseveld in de Achterhoek naar Amsterdam gekomen voor studie. In 1964, toen ik trouwde, gingen wij wonen in een souterrain tegenover het aquarium van Artis. Velen benijdden ons deze vochtige kelderwoning. De eerste twee kinderen zijn er geboren. In 1968 verhuisden we naar het huis in de Spinozastraat, waar ik nu nog woon, een huis van drie verdiepingen. Hier werd onze jongste geboren.

Begin jaren tachtig raakte ik actief betrokken in de buurt bij het verzet tegen sloopplannen in de Sarphatistraat. De Oranje Nassaukazerne was gelukkig al van de sloop gered door daarbij betrokken buurtgenoten. Nu werd het voormalig militair hospitaal, nadat het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis daaruit vertrok, bedreigd. Men wilde het slopen voor een nieuw te bouwen onderkomen voor de psychologiestudenten. Nog meer universiteitsbouw zagen we niet zitten gezien het resultaat aan de overkant. Een aantal Spinozastraat- bewoners besloot onder meer door een historische fototentoonstelling over de Sarphatistraat in het lege, uitgewoonde ziekenhuis te organiseren. Daarmee probeerden we de sloop ook hier te voorkomen. De betreffende wethouder hield bij de opening een toespraak en bleek gecharmeerd van onze manier van actievoeren. We hadden succes. Het Nesciohuis, zoals het gebouw nu heet, staat er mooi bij en mensen wonen er met plezier. Het was prettig in een enthousiaste groep mensen mee te werken.

Bij latere projecten heb ik me soms wel alleen gevoeld, maar niet iedereen heeft tijd en het noodzakelijke uithoudingsvermogen. Ambtenaren uit Oost wilden de mooie, functionele oude spoorbrug ( nummer 187) over de Singelgracht slopen. Reden daarvoor was, dat zij het voor bewoners aan onze kant van het water te gevaarlijk vonden om de Mauritskade over te steken. Ik heb toen samengewerkt met iemand uit Oost die ook vond, dat de Mauritskade maar veiliger moest worden. Het wijkcentrum Oostelijke Binnenstad heeft nog geholpen toen ik voor het eerst moest inspreken in een commissievergadering van de gemeenteraad. De brug is er nog. Misschien ook om dat sloop duurder bleek dan herstel. Als er geen verzet was geweest, zou de afloop dan ook gunstig zijn geweest?

In 1991 werd de buurt weer opgeschrikt. Deze keer werd het voormalige Rijksmagazijn van geneesmiddelen bedreigd. Het was het laatste van de voor de Sarphatistraat zo karakteristieke, monumentale, militaire gebouwen uit de 19e eeuw dat nog een nieuwe functie behoefde. Bij de nieuwbouw zou in eerste instantie een tachtig meter hoge toren verrijzen, vijftien meter hoger dan de Nederlandse Bank en dertig meter hoger dan de universiteit op het Roeterseiland.

In januari 1992 werd een brief verstuurd aan de stichting die de sloop wilde ten behoeve van een kunstcentrum, waar wij op zich helemaal niet tegen waren. Ook werd een adres verstuurd aan de gemeenteraad. Met steun van diverse mensen en instanties (het bestuur van de Plantage-Weesperbuurtvereniging, waarvan ik ondertussen deel uitmaakte; twee deskundigen op het gebied van monumentenbehoud; de gemeentelijke besuurlijke gang van zaken; de jonge kunstenaars die tijdelijk in het gebouw verbleven) werd de sloop voorkomen en is het pand behouden en op de Rijksmonumentenlijst gekomen. Woningbouwvereniging Het Oosten heeft zich er gevestigd.

Daarna zijn de gevels van de Zebrapanden (Sarphatistraat 62-64) met de nodige inspanning bewaard gebleven. Tenslotte is een paar jaar geleden de rooilijn van het zogenaamde "UvA''-dek aangeheeld. Er was aangegeven bij universiteit en gemeente dat de buurt daarmee kon instemmen. Ook werd in elke vergadering daarover, gevraagd om een supermarktje in de buurt. Mijns inziens is het weer wat mooier geworden en absoluut veel levendiger. We kunnen misschien weer enigszins instemmen met Frederik van Eeden die, toen de straat nog jong was schreef: 'Als den dag van gisteren heugt het mij hoe ik de Sarphatistraat de mooiste straat van Europa vond'. Ook in het verleden bleek niet iedereen het daarmee eens.  In 1911 verscheen het verhaal van Nescio dat begint met de regel: 'Behalven den man die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan den uitvreter'.

Maar het had erger kunnen zijn!

Jeanne Weenink   

      

Deel deze pagina: