Ik ben een echte Eilander

Elly van Mourik / 02-10-2008

Twee maanden voordat de oorlog uitbrak ben ik geboren en woonde met mijn ouders in de Oostenburgermiddenstraat. In deze straat woonde de hele familie van beide ouders dus een gezellige drukte. De oorlog drukte zijn stempel, dat wel. Pa 21 jaar en onder dienst. Ma 18 jaar en had de zorg voor mij.

 Later zijn we verhuisd naar de Conradstraat nr. 8, tegenover waar nu de sporthal is. Daar kreeg ik een broertje en mijn eerste splinternieuwe jurk van kledingwinkel "Wolf", familie van Wolf op Kattenburg.

Toen ik 9 jaar was verhuisden we naar Wittenburg. Daar woonden we pal naast de nonnenschool, waar ik op zat, en boven Jantje van Alles, met zijn snoepkast. Daar is ook mijn (zang)carriere begonnen. Samen met cabaretclub "Top" zong ik mijn liedjes in de Tjerk Hiddenschool, in het feestzaaltje bij Tante Marie Altelaar en in het gebouw "Het Eiland". Ik deed mee aan amateurwedstrijden zo ook in de Royalbioscoop op de Nieuwendijk en werd "Koningin Van De Oude Binnenstad". Ik zong het openingsnummer in de Kattenburgerspeeltuin van een feest dat gehouden werd ter ere van de opening van de gracht (Nieuwe Vaart).

Ik had inmiddels verkering gekregen met een jongen van Kattenburg. HIj voetbalde bij ASVK. Als ik over Kattenburg liep om naar mijn aanstaande schoonouders te gaan, kwam malle Epie me altijd voorbijrennen en riep dan: "Mooi meissie!". Hij kende me van het zingen dat ik deed, in het speeltuingebouwtje waar hij altijd aanwezig was.

Na mijn trouwen ben ik op Kattenburg gaan wonen. Daar begon het echte leven. Helemaal achteraan, op de Kattenburgerkade, met mijn man en een tweeling die ik dagelijks 1 stenen en 2 steile trappen ophees; 1964. Dagelijks liep ik met mijn tweelingwagen door de Kleine Kattenburgerstraat met al zijn heerlijke winkeltjes (moet je nu eens om komen). Ik weet ze haast nog allemaal. Mijn favoriet was de nachtwinkel van "Last". Ik heb daar heerlijk en knus gewoond, al was het oud en eigenlijk levensgevaarlijk op twee hoog achter. Ik betaalde vier gulden in de week aan huur. Toen was het knibbelen geblazen. We moesten nu met zijn vieren van 1 salaris leven en daarvoor was het 2 personen met twee salarissen. We hadden een kolenkachel en geen heet water. We hadden 80 luiers, en die kookte ik om de dag uit. Grote ketel van het gas tillen en alles door mijn Hoovertje met wringer. Alles spoelen onder ijskoud, water, dan door de centrifuge en alles op de knietjes buiten hangen in prachtige spierwitte rijen. Mijn alkoof stond helemaal vol. Twee ledikantjes, een linnenkastje en een tweepersoonsbed dat met het voeteneinde in een ombouw in de huiskamer stond. Maar leuk dat het was!

Tegen de tijd dat mijn kinderen vier jaar werden en de afbraak tot ons gedeelte was gevorderd zijn we verhuisd naar het "Amsteldorp", naar een vierkamerwoning. Ik vond het verschrikkelijk dat mijn kinderen 's nachts zo ver bij me vandaag lagen. De kamertjes leken balzalen in het begin. De echte grote woning kwam pas toen we op Nieuw Kattenburg kwamen te wonen, Maart 1975. Wat een gewaarwording. Samen met een groot deel van de familie weer om ons heen leven we hier zeer tevreden. Ik ben geen geboren Kattenburger maar ik ben een echte "EIlander".

Deel deze pagina: